‘Je kunt het maar één keer goed doen’
Maar liefst 37 jaar was ze juf, waarvan 19 jaar op basisschool De Ark in Dedemsvaart. Ze sloot als trouwambtenaar ontelbaar veel huwelijken en sinds 2015 is ze regelmatig te horen als spreker bij een uitvaart. Afgelopen zomer gaf ze de zekerheid van het onderwijs op en gaat ze verder als zelfstandig ondernemer. Alice Bijker verlegt haar koers. Op 57-jarige leeftijd. In alle vrijheid gaat ze zich toeleggen op haar functie als spreker bij uitvaarten en alles wat er qua rouwbegeleiding nog op haar pad komt.
Ontstaan vanuit een fascinatie voor rouwadvertenties. Voor de inhoud ervan, de taal en de boodschap die eruit spreekt. Omdat het een verhaal vertelt. Hoe iemand was. Niet allesomvattend, maar wel meer dan een tipje van de sluier. Dat wat de essentie raakt. Bijvoorbeeld of de overledene gelovig was, geloofde in leven na de dood, of er machteloosheid was of juist berusting. Gaandeweg werd ze steeds vaker gevraagd om teksten op te stellen, te spreken of een moment van rouw te begeleiden.
‘Ik doe het grotendeels op gevoel’
‘Natuurlijk heb ik er destijds wel eens over gedacht om spreker te worden op een uitvaart, maar daar bleef het in eerste instantie bij. In deze regio was het heel gebruikelijk dat een dominee of een predikant dat deed’, vertelt Alice. Maar omdat het bloed kruipt waar het niet gaan kan, schreef ze zich in voor een cursus rouwverwerking. Ter inspiratie.
‘Doodgewoon’ heette de cursus. Waar alle facetten van de dood aan bod kwamen en waar ze in aanraking kwam met rauw verdriet. Ze stak er veel van op. Later schreef ze zich in voor ‘Verhalen vertalen’, gericht op het schrijven van levensverhalen. ‘Verder ben ik echt een autodidact. Ik heb nooit echt een specifieke opleiding gevolgd. Ik doe het grotendeels op gevoel.’
‘Het zou niet bij die ene keer blijven’
Maar eens moest toch officieel de eerste keer zijn. Dat moment kwam toen de plaatselijke dominee haar vroeg zijn taak tijdens een rouwdienst over te nemen. Zelf ging hij op vakantie. Bovendien hadden de nabestaanden liever een vrouw. ‘Het was in de eerste week van de zomervakantie. Ik had dus alle tijd. Fijn was dat. Ook de afstand in relatie tot de nabestaanden was fijn, voor dat moment. Het was een bijzondere ervaring, waarvan ik toen wist dat het niet bij die ene keer zou blijven.’
‘Mooi dat ik dit voor haar heb kunnen doen’
Een jaar later overleed haar schoonmoeder. Het was de tweede keer dat ze officieel optrad als spreker. Nu omgeven door veel familie en bekenden. Heel bijzonder vond ze het, dat ze dit voor haar schoonmoeder, voor haar man en haar schoonfamilie kon doen.
‘Wil je dit vaker doen?’ Het was de uitvaartleider in Nieuwleusen die haar, nu zo’n zeven jaar geleden, de grote vraag stelde. ‘Denk er maar eens over.’ Het overviel haar. En ook weer niet. Was dit niet wat ze het allerliefste deed en waarbij ze het meest in haar kracht stond? Waarbij ze van betekenis kon zijn. Zoals ze dat zo goed kon bij een huwelijk. Maar dan nu bij het levenseinde.
Die blonde mevrouw uit Dedemsvaart die zo mooi sprak
‘Ik probeer het gewoon.’ Met die insteek schreef ze zich in bij de Kamer van Koophandel. Met succes. Bijna als vanzelf. Omdat ze indruk had gemaakt. Uitvaartondernemers wisselden onderling haar naam uit. Ze werd onthouden. Als Alice Bijker of als ‘die blonde mevrouw uit Dedemsvaart die zo mooi en duidelijk had gesproken’.
Alice weet uit ervaring hoe belangrijk dat is. Zeker voor mensen op leeftijd. Ook met de rust die ze uitstraalt, maakt ze het verschil. ‘Dat is niet gespeeld. Ik voel me dan ook echt zo. Ik heb mijn verhaal op papier en weet hoe ik het wil brengen. De dagen voorafgaand ben ik soms wat in mezelf gekeerd, bereid ik me voor, ben ik bezig met verwerken om op het moment zelf emotioneel afstand te nemen. Ik pas mijn kleding er ook op aan. Ik stap letterlijk in mijn rol als spreker. Geconcentreerd op het moment. Mijn emoties geparkeerd. Natuurlijk moet ik daarna ook weer ontladen. Dat doe ik thuis. Door lekker te tuinieren of te wandelen. Soms krijg ik de vraag om van de kleding van de nabestaanden iets moois te naaien. Een deken of een tas. Ook daarin vind ik mijn ontspanning.’
‘Mensen komen niet voor niets bij mij’
Vorige maand liep ze een Camino naar Santiago de Compastela. Drie weken ging ze samen met andere pelgrims op pad. Daarvoor moest ze thuis veel afronden en vooral leren loslaten. ‘Dat vond ik best lastig. Ik voel me betrokken. Mensen komen niet voor niets bij mij om te vragen of ik wil spreken. Ik wil dat de aandacht geven die het verdient. Een goed afscheid helpt immers bij een goede rouwverwerking. Ik wil daar alles aan gedaan hebben.’
Ze liet los toen het kon en maakte herinneringen voor het leven. De gastvrijheid die ze onderweg ervoer, liet een diepe indruk op haar achter. Ze genoot van de ontmoetingen, de mooie gesprekken en bovenal de tijdloosheid. Een koffer die zoekraakte, blaren op haar voeten, de moeheid, ze overwon het allemaal en genoot met volle teugen.
‘Je hoeft het niet mooier te maken dan dat het is’
Ze houdt van taal. Dat blijkt uit de manier waarop ze verhalen samenstelt, die ze voordraagt. Een verhaal dat op de uitvaart tot leven komt, moet kloppen tot in de details. Omdat je het maar één keer goed kunt doen. Met haar luisterend oor en haar schrijftalent stelt ze als het ware een levensdocument samen. Of meer. ‘Door jouw verhaal heb ik hem pas leren begrijpen’, vertelde een nabestaande over een overledene met een lastig karakter. ‘Het mooiste compliment dat je kunt krijgen’, glimlacht Alice. ‘Vroeger was het over de doden niets dan goeds. Dat hoeft niet meer. Je hoeft het niet mooier te maken dan dat het is. Als het maar respectvol blijft.’
De ontkerkelijking zorgde ervoor dat ze steeds vaker werd gevraagd. ‘Waar ouders vaak nog wel een band met de kerk hebben, is dat voor de kinderen vaak anders. Als spreker kun je dan toch, in samenspraak met hen, komen tot een passend afscheid. Op die manier bewijs je zowel de overledene als de nabestaanden op een respectvolle manier de laatste eer’, vertelt Alice. ‘Technisch gezien lijkt het spreken op een uitvaart veel op dat van een trouwambtenaar. In beide gevallen bouw je een vertrouwensband op. Alleen bij een uitvaart zijn mensen nóg kwetsbaarder. En dat vergt nog meer zorg en aandacht.’
Met de dood geconfronteerd
Een aantal jaren geleden keek ze zelf de dood in de ogen. Een ongenode gast zette haar leven op z’n kop. Kanker. Ze genas, maar voelde zich lange tijd een kat in een vreemd pakhuis. Wist niet goed hoe ze draad van het leven weer moest oppakken. Sindsdien weet ze nog beter wat verlies is en wat het is om zo plotseling met de dood te worden geconfronteerd. Het zette haar aan het denken. Een ding wist ze zeker. Ze wilde hoe dan ook haar loopbaan bij De Ark goed afsluiten. Daarna was het tijd voor iets nieuws. Een ander pad.
Twee weken geleden nam ze afscheid van haar geliefde basisschool. Als juf, als collega, maar vooral als mens. Ze laat de school, waar ze van betekenis is geweest voor zoveel kinderen voorgoed achter zich. Ze sloot af met een met een sponsorloop voor de Stichting Bliss to Shine. Omdat ze uit eigen ervaring weet hoeveel impact kanker kan hebben op een gezin.
Om op te staan, daar waar ze nodig is
Voor Alice is er een nieuwe tijd aangebroken. Een tijd om zich helemaal te storten op een toekomst, die nog wat onwennig voelt, maar waar ze haar ziel en zaligheid in wil leggen. Hoe zwaar dat soms ook is. Om op te staan, daar waar ze nodig is. Waar verdriet en blijdschap samengaan. Twee uitersten. Als trouwambtenaar en als spreker bij uitvaarten. Daar waar vreugde en verslagenheid het grootste zijn.
Nieuwsgierig naar de website van Alice Bijker? Kijk dan op Afscheid in Woorden.
Kijk voor meer verhalen op werken, wonen en doen INDedemsvaart.