‘Ik kijk altijd waar iemands kracht ligt, speel in op de good feelings’
De Dedemsvaartse Betsy ter Haar heeft een groot hart en oog voor haar medemens. Al haar hele leven. Ze maakte er haar werk van. In coronatijd verspreidde ze een vleugje van haar liefde. Dat deed ze door overal waar ze kwam zelfgemaakte hartenkaartjes achter te laten om de gelukkige vinder een hart onder de riem te steken. Ook maakte ze van katoenen beddengoed honderden stoffen mondkapjes. De opbrengst ging naar Hospice Familie Assenhuis. Na lange tijd in de thuiszorg te hebben gewerkt, besloot ze in 2017 als zelfstandige verder te gaan onder de naam ‘Oog voor jou Dedemsvaart’. Sindsdien begeleidt ze mensen met dementie en ontlast ze mantelzorgers in hun dagelijkse zorg.
Met contact vanuit het hart. Zo doet ze dat. ‘Warme zorg’, noemt ze het zelf. Haar doelgroep is specifiek, mensen met dementie, die nog thuis wonen en geen aansluiting vinden bij de reguliere dagbesteding. Ze vraagt de mantelzorger of de familie die het dichtstbij staat, het levensverhaal te schrijven van haar cliënt. Of als er sprake is van een traumatische ervaring een belevingsboek. ‘Natuurlijk help ik hen daarbij, door de juiste vragen te stellen, als een soort wegwijzer. Je moet je voorstellen dat mensen die lijden aan dementie, afpellen naar hun kind zijn. Bij het zien van een foto van vroeger of een plaatje dat een bepaald gevoel oproept, komen ze weer in hun zijn. Wie ze waren. Je kunt samen het boek erbij pakken en even weer terug in het moment. Heel waardevol en prachtig om mee te beleven’, vertelt Betsy bevlogen.
Hartscontact en een luisterend oor
‘De klik met mijn cliënt vind ik het allerbelangrijkste. Daarom kom ik altijd eerst korte momenten om langzaamaan het vertrouwen te winnen, een band op te bouwen. Het moet goed voelen, voor beide partijen. Dat is een belangrijke voorwaarde. Daarna breid ik het aantal momenten uit, tot maximaal drie keer in de week.’ Betsy maakt met de manier waarop ze contact maakt, het verschil. ‘Soms is er veel weerstand. Die weerstand moet eerst afbrokkelen. Dat doe ik met hartscontact en met een luisterend oor, een geurtje, muziek uit oude glorietijden, een herinnering, foto’s, plaatjes, materialen die zorgen voor ‘good feelings’. Ik had eens een cliënt, die ik allemaal plaatjes liet zien van kleine kinderen. Eén kindje sprong eruit. Ze was zo dol op het plaatje, dat ik de foto voor haar op een T-shirt heb laten drukken. Ik deed het shirt aan als ze ging douchen, daar had ze enorm veel weerstand tegen. Dankzij het plaatje op het shirt en door samen kinderliedjes te zingen wist ik dit te doorbreken. Waar het om gaat, is dat het gevoel verandert. Soms is dat flink improviseren. Ik creëer een omstandigheid waarin de ander zich comfortabel voelt, zich laat meenemen in dat gevoel. Zich overgeeft.’
‘Ik blijf zoeken waar iemands kracht zit’
‘Mensen met dementie hebben die overgave heel erg nodig, juist vanwege de onrust die er in hen leeft. Het is een magische wereld waarin ze leven. Soms moet iets nog herbeleefd worden, gevoelens die nooit echt goed aangekeken en doorvoeld zijn, komen juist in dat dementieproces alsnog aan bod. Dat hou je niet tegen. Daar komt bij dat je je steeds minder herinnert, dat de mist neerdaalt in je hoofd als een zware deken. Elke keer weer. Zodanig dat je bijna letterlijk verdwijnt. Niet voor niets wordt het verlies bij leven genoemd, voor degene met dementie en voor hun mantelzorgers.’
‘Wat ik doe is blijven zoeken waar iemands kracht zit. Daar focus ik op. In dat proces neem ik de mantelzorgers mee, zij leren hoe ze kunnen aanhaken bij de wereld die dementie heet.’
Betsy is behalve professional ook ervaringsdeskundige. Zowel haar moeder als haar schoonmoeder leden aan dementie. ‘Uit ervaring weet ik hoe zwaar het is voor de mantelzorgers. Je raakt op den duur moegestreden. Moe en uitgeput van het zorgen. Ik vind het dan ook heel belangrijk, dat ik ook hen mentaal kan ondersteunen. Door een luisterend oor te bieden, vertrouwenspersoon te zijn.’
Nazorg
Betsy begeleidt haar cliënten tot aan hun overlijden of totdat opname onvermijdelijk is geworden. Maar ook daarna verleent ze nog de nodige nazorg aan de nabestaanden, of aan de cliënt in de instelling. ‘Soms is een opname onvermijdelijk en voor alle betrokkenen een betere keuze. In een zorginstelling ben je met gelijkgestemden onder elkaar. Je hoeft niet langer op je tenen te lopen. Je niet meer schuldig te voelen over het beslag dat je legt op je omgeving. Ik kijk altijd wat het beste is voor mijn cliënt, uiteraard in overleg met de familie en andere zorgverleners, die erbij zijn betrokken.’
Ook voor Betsy zelf is dit een heel intensief traject. Ze vindt haar rust in de natuur door veel te fietsen en te wandelen en kan haar creativiteit kwijt in het maken van dekens van kilt.
Past als een jasje
‘In dat creatieve proces bedenk ik weer nieuwe strategieën die mij kunnen helpen om mijn cliënten’, lacht ze. Dankbaar is ze voor de taak die ze inmiddels voor zeven families heeft mogen vervullen. ‘Het is dat wat ik te doen heb. Het voelt niet als werk. Het past me als een jasje. Ik ben nu 60 jaar en ik hoop dat ik nog heel lang op deze manier van betekenis kan zijn.’