In 1818 besloot Roelof Veeningen bier te gaan brouwen voor de hardwerkende veenarbeiders in het Reestdal. Dat deed hij een tijdje, tot volle tevredenheid. Maar op zeker moment kwam er een einde aan, en de Avereester liefhebbers moesten lange tijd hun favoriete drank elders zien te scoren. Inmiddels heeft die lokale brouwgeschiedenis een vervolg gekregen.
Net als vroeger Veeningen brouwen we in Dedemsvaart nu van begin tot het eind ambachtelijk. Eertijds brachten de boeren hun granen naar onze huidige locatie, vandaag de dag kun je naast het gebouw de hop zien groeien. In de koperen brouwketels maischen wij de mout tot wort. Als de wort met de hop lang genoeg heeft gekookt, koelen wij het af. Daarna voegen we gist toe in de imposante tanks, waar de suikers worden omgezet in alcohol en koolzuur. Met veel geduld en vakmanschap komt daar na minimaal 6 weken een smakelijk bier uit tevoorschijn, met een uitnodigende schuimkraag. Proost!